Oproepen voor uitstel van de EUDR, die - met enkele uitzonderingen - vanaf 30 december 2024 van toepassing zal zijn, worden momenteel vanuit verschillende richtingen gericht aan de EU. Waarschuwingen voor mogelijke marktturbulentie en knelpunten komen zowel van lidstaten als van landen die in de EU importeren. Enkele maanden voor de implementatie van de EUDR is er nog veel onduidelijk. In de houthandel geldt dit met name voor de open vraag naar leveranciersbescherming als geocoördinaten van de herkomst van het hout moeten worden doorgegeven aan de klant of de klant van de klant bij controle. Om deze tekortkoming te omzeilen, kan met name de toegang tot geocoördinaten beperkt worden - maar blijft dit een verplicht veld in het systeem, zelfs als sommige landen van herkomst, zoals China, nauwelijks duidelijke informatie zullen verstrekken. Naast ontbrekende conversiefactoren bevatten Chinese coördinaten opzettelijk een foutenbron van enkele honderden meters, die bedoeld is voor nationale veiligheid. Andere kwesties zijn de opkomende verschillen in de ernst van straffen voor overtredingen en de vraag hoe precies de arbeidsomstandigheden op de plaats van houtkap gecontroleerd moeten worden.
In de bosbouw binnen de EU wordt op veel plaatsen de vraag gesteld naar het nut van geocoördinaten, als ontbossing puur bij wet kan worden uitgesloten. Het is echter zeer twijfelachtig of de EU het op dezelfde manier zou zien, aangezien geen enkele wet 100% zekerheid kan bieden. Zo kunnen er van land tot land verschillende opvattingen zijn over de vraag of de aanleg van wegen kan worden beschouwd als ontbossing of niet. Desondanks is volgens sommige EUDR-specialisten het opgeven van het hele operationele of gezamenlijke operationele gebied als geocoördinaten altijd een optie en vermindert dit enigszins de bureaucratische inspanning in de EU-bosbouw.
Er wordt ook besproken dat de lijst van landen met een laag of hoog risico pas eind december zal worden opgesteld, wat weinig gericht voorbereidend werk of verlichting op de respectievelijke "fronten" zal bieden. Het voorstel wordt besproken om te beginnen met landen die waarschijnlijk een laag risico lopen, omdat hun classificatie sneller verloopt, en de "moeilijkere gevallen" voor het laatst te bewaren. Dit zou kunnen helpen om de last te verlichten als de bevindingen in een vroeg stadium worden meegedeeld. Het kan echter ook begrepen worden dat de effectiviteit van de EUDR kan worden afgezwakt als hoogrisicolanden niet tijdig kunnen worden geïdentificeerd.
Er is nog steeds zoveel onzekerheid in de industrie over welke gegevens verzameld moeten worden, in welke hoeveelheid en in welk formaat, hoe ze moeten worden opgeslagen, verwerkt en - vooral - waar ze moeten worden ingevoerd, dat sommige bedrijven overwegen om op nieuwjaarsdag op te geven. Onlangs werd gezegd dat handmatige gegevensinvoer niet gepland zal worden, maar dat er tijdig een gebruiksvriendelijke gegevensinterface voor automatische invoer beschikbaar zal worden gesteld. Alleen al het beheer van gegevens binnen bedrijven zal waarschijnlijk meer dan genoeg inspanning en druk geven voor technische upgrades. Echter, vereenvoudigingen zoals de mogelijkheid om een wekelijkse output samen te vatten in één due diligence verklaring worden in ieder geval als zeker beschouwd.
De oproepen voor uitstel en verbeteringen zijn dan ook luid. HDH President Johannes Schwörer vreest dat de huidige vorm van de regulering kan leiden tot verstoringen in de handelsbetrekkingen en zelfs handelsgeschillen met landen die niet direct getroffen zijn door ontbossing en eist: "We moeten allianties smeden tegen wereldwijde ontbossing en niet onze partners tegen ons keren." Er is ook de angst dat de EU zichzelf zou kunnen terugtrekken uit de handel met het ontbreken van een duidelijke implementatieroute.
Ondertussen heeft de Raad van de Europese Unie voor Landbouw en Visserij onlangs positief gereageerd op het eerder ingediende voorstel van Oostenrijk "Europese Landbouw en Bosbouw: de ruggengraat van een competitieve, soevereine en welvarende EU". In het voorstel riepen Oostenrijk, samen met de lidstaten Tsjechië, Finland, Griekenland, Litouwen, Polen en Slowakije, de toekomstige Commissie op om de tijdlijn voor de toepassing van de EUDR sterk te heroverwegen en rekening te houden met ernstige zorgen met betrekking tot de implementatie ervan.
Naar aanleiding van de verklaringen in de Raad van de EU voor Landbouw, zullen de samenstelling van de commissies in het Europees Parlement en de samenstelling van de Commissie nu verdere ontwikkelingen rond de EUDR bepalen. De volgende vergadering van de Landbouwraad staat gepland voor 23 september 2024 en het is nog onzeker of de EUDR weer op de agenda zal worden gezet.
Bedrijfsverenigingen zoals de Europese Houthandel Federatie ETTF blijven pleiten voor verbeteringen en uitstel van de inwerkingtreding, maar beschouwen dit nog steeds als onwaarschijnlijk. Volgens GD Holz kan bijvoorbeeld uit ervaring worden geconcludeerd dat het feit dat sommige EU-landen nog niet eens een bevoegde autoriteit hebben aangesteld om toe te zien op de naleving van de EUDR geen obstakel zal vormen, net als bij de inwerkingtreding van de EUTR - noch zullen de gebrek aan richtlijnen.
Bekijk onze softwareoplossing om u te helpen voldoen aan uw EUDR-verplichtingen: https://eudr.fordaq.com
'Dit nieuws is automatisch vertaald vanuit het Engels. Om het oorspronkelijke artikel te zien, klik alstublieft hier.'.